Jan van Eden fam - family
1937 Correspondentie -
mijn vader C van Eden
Verzoek van de Centrale Inlichtingendienst
betreffende communistische sympathieen, waardoor hij geen
overheidsfunctie zou kunnen bekleden.
De briefwisseling is hier aangehaald, omdat het in het tijdsbeeld past
van de vooroorlogse jaren, waarin het communisme als een reeel gevaar werd
gezien. Misschien uitgezonderd de eerste paar na-oorlogse jaren, kwam deze
afwijzing van communistische ideeen weer geheel terug gedurende de koude
oorlog. Van vrijheid van meningsuiting kan niet gesproken worden. Als gevolg
van mijn band met Calanda (Teruel, Spanje) en het daar gevestigde Centro
Bunuel heb ik vaak het verhaal opgehangen van het feit dat de films van Luis
Buñuel in de zestiger jaren in het vrije Nederland
verboden waren voor publieke vertoning, zo moest ik kennis maken met l'Age
d'Or in de besloten filmclub van de Leidse Universiteit. Voor Spanjaarden
die in die tijd onder het regiem van Franco leefden, was dit een
onbegrijpelijke verklaring.
Deze zaken roepen wel herinneringen op van mijn eigen situatie bij het
zoeken van een job na mijn afstuderen als geoloog in het jaar 1967. Een van
mijn bijvakken was Hydrology, dat is de wetenschap van onder andere
ondergrondse waterreserves, een study die ik deed onder prof Voute. Dit was
een man die indruk op mij maakte vanwege zijn kennis en die op een
excursie door Duitsland en Frankrijk blijk gaf simultaan te kunnen tolken
tussen het Engels, Duits, Frans en Nederlands. Enfin in het laatste jaar van
mijn studie kreeg Voute de leiding over een internationaal project
waterbeheer in Algerije en hij was er van overtuigd dat ik de goeie man was
om daar aan deel te nemen voor Nederlandse participatie. Ik had er ook zin
in en we besloten daar op aan te sturen. Nu was er alleen nog een onderzoek
door Rijks Psychologische Dienst in Utrecht naar mijn geschiktheid. Nu had
deze zelfde dienst (op verzoek van mijn vader) een beroepskeuze advies
uitgebracht aan het eind van mijn middelbare school en op die grond
had ik geologie gekozen als studie. Hierin werd gezegd, dat Nederland te
klein was voor mij en dat het buitenland meer overeenkwam met mijn ambities.
Maar nu werd ik door diezelfde Psychologische Dienst geacht niet in het
buitenland te kunnen aarden en de goedkeuring bleef uit. We waren
stomverbaasd en ik ben nog teruggeweest om aan de dienstdoende psychologe te
vragen waarom ik niet geschikt was. Het bleek een dame te zijn die geen idee
had van wat een geoloog ook maar deed en hun formele afwijzing stond vast.
Voor mij een duidelijk geval van een politieke beslissing van de
Inlichtingendienst dat ik met mijn linkse ideeen niet kon worden gebruikt
binnen de kennelijk politiek gevoelige missie in Algerije.
Ik ben er later nooit op teruggekomen en kreeg een aantal aanbiedingen van
jobs in Afrika waar ik dus wel kon aarden.
Notitie
van C van Eden op de envelop, waarin documenten betreffende de beschuldiging
van communistische symphatieen
37
Verklaring van prof. ter Veen
37
Brief van mijn vader Cees aan de minister van Binnenlandse Zaken
37
antwoord van het ministerie
Back to family stories
|