inicio • fundacion • actividades • coleccion de arte • actividades • contacto • Jan & Pepa

 

Jan van Eden

fam - family

 

In memoriam Guurtje Bolding (Guus)
sinds 1998 weduwe van Cornelis van Eden

Wormerveer, 17 mei 1910 – Amersfoort, 7 mei 2009

 

Guus - 95 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn moeder Guurtje Bolding werd op 17 mei 1910 te Wormerveer geboren

Zij werd geboren in een beschermd milieu van een welgestelde familie. Haar vader vader was bedrijfsleider, d.i. technisch directeur bij Wessanen te Wormerveer. Ze was de eerste dochter bij de tweede vrouw van mijn Grootvader die Antje getrouwd had na het overlijden van haar oudere zuster. Mijn moeder moet zeker verwend zijn geweest in haar vroegste jeugd, door het bedienend personeel in huis en niet in het minst door haar stiefzusje die ruim 10 jaar ouder was. Als klein meisje had mijn moeder alles wat men maar wensen mag van een kind. Op de sepia foto’s zien we haar als 4 of 5 jarig meisje in een witte met kant omzoomde jurk guitig naar ons kijken. Een plaatje, een heel knap en ook markant gezicht. Foto’s die ik dikwijls als model voor schilderijen heb gebruikt en die een van mijn bestverkopende series werden. Een jaar of wat later, op de lagere school was zij een voorbeeldige leerlinge. Kijk eens naar het schoolrapport 4de kwartaal van klas V:

 

Lezen

8 1/2

Schrijven

9

Rekenen

9

Nederlandsche taal

9+

Vaderlandsche geschiedenis

9

Aardrijkskunde

9

Kennis der natuur

8

Zingen

8

Handteekenen

8 1/2

Vrije en orde-oefeningen der gymnastiek

7

Nuttige handwerken

8

Gedrag

9

Vlijt

9

Aantal verzuimen

0

 

                                               

 

Na de lagere school gaat zij naar de MULO en dan in 1926 naar de Kweekschool in Wormerveer. Met haar eerste schoolliefde maakt ze het uit, omdat ze een liefdesbrief met taalfouten ontvangt, dan raakt ze gefascineerd door Cees van Eden (die zij later zal trouwen), omdat die de knapste, dat wil zeggen degene met de hoogste cijfers, van de klas was. Deze anecdotes laten al goed het karakter van mijn moeder zien. Ze was veeleisend en tamelijk koel in het sturen van haar levensloop. De briljante rapportcijfers kwamen voort uit haar buitegewoon goed geheugen en verstand, veel studeren hoefde niet. Ze presenteerde zich voor een akte Engelse taal, tegen de wil van haar vriendje Cees, omdat zoals hij zei, ze zich niet goed had voorbereid, maar ze slaagde wel. Na de kweekschool verloofde ze zich officieel met Cees van Eden en begon zij als onderwijzeres. We zien haar op foto’s als juffrouw met haar klas, de kinderen met hun armen over elkaar, strak en gedisciplineerd, dat zal wel anders zijn vandaag de dag. Later, toen mijn moeder al ver in de tachtig was, kon ze de namen van de kinderen nog noemen. En af en toe werd ze teruggevonden door oud leerlingen, die haar ten zeerste op prijs stelden. Ze gaf les aan lagere scholen in Wormerveer, Krommenie en Wognum. Haar verloofde Cees maakte de Hogere Burgerschool af en begon een studie Sociografie bij professor Steinmetz aan de Universiteit van Amsterdam, hetgeen hij bekostigde met zijn verdiensten als prive-onderwijzer bij een familie in Beverwijk. Na zijn afstuderen trad mijn moeder met hem op 16 november 1938 in het huwlijk. Daarna mocht zij, vanwege een rijksregeling, haar beroep als onderwijzeres niet langer uitoefenen. Dit was een ingrijpende gebeurtenis die mijn moeder volledig terugwierp op haar familie en kinderen, ze zou nooit meer een werkzaamheid hebben buiten haar huis.

Ze woonden kort in Krommenie, een aantal jaren in Arnhem en verhuisden net voor de 2de wereldoorlog naar Voorburg, waar ik in 1942 als hun eerste kind geboren werd. Vanaf hier wordt het levensverhaal van mijn moeder grotendeels mijn eigen verhaal. Volgens de overlevering was ik een lastig kind. Ik herinner me mijn vroegste jeugd ook als een voortdurende strijd met mijn moeder. Het was een heuse haat-liefde verhouding die ik met haar had. Ik beschouwde haar al heel jong als een partner in het levensspel en zocht nooit bescherming bij haar als moeder. In de laatste oorlogswinter dat was 1945 stuurde ze me naar haar zus in Wormerveer, waar ik 3 maanden liefdevol verzorgd en gevoed werd. Annie Glijnis Prins hier aanwezig, kwam mij met haar vader Wijbrand Prins indertijd ophalen uit Voorburg om mij achter op de fiets mee te nemen naar Worverveer. Ik was blij om weg te mogen, het huis in Voorburg had kapotte ruiten vanwege een bominslag. Mijn vader moest per fiets de provincie in om voedsel te vinden en bij tijd en wijlen onderduiken. Het was een benarde situatie en mijn moeder was zwanger van mijn zusje Beatrijs. De generatie van mijn moeder had het niet gemakkelijk en ze zijn geconfronteerd geweest met de harde realiteit van oorlog.

De naoorlogse jaren waren een periode vol jong huiselijk geluk, waarin mijn vader carrierre maakte en Guus met overgave een goede moeder was. Ze maakte haar eigen foto’s die nu nog het beeld verduidelijken van wat mijn jeugd geweest is.

Na Voorburg woonden we korte tijd in Rotterdam en daarna verhuisden we naar de Vogelwijk in Den Haag. Hier had mijn moeder een grote tuin waar ze dagelijks met veel plezier in werkte. We woonden op loopafstand van het strand waar ze van hield. Mijn moeder was heel gelukkig.

Aan het eind van mijn lagere school tijd verhuisden we naar Groningen en kort daarop in 1953  werd mijn broertje Willem geboren. Gedurende mijn Middelbare schooltijd herinner ik mijn moeder, ’s middag, wanneer we thuiskwamen, met een boek gezeten aan de tafel en bereid tot luisteren naar ons en onze vriendjes uit de buurt. ’s Ochtends deed ze al het huishoudelijk werk en ’s middags las ze veel, heel veel. Mijn vader was druk met zijn werk en had de instelling en zorgen van een hoge ambtenaar. Guus was rustig thuis, vond alle officiele drukte maar onzin, ze had een nogal cynische inslag en geloofde niet snel iets. Ook inzake persoonlijke relaties had zij een scherp inzicht en onverzoenlijke opinies. Ze speelde binnen de familie mensen tegen elkaar uit en veroorzaakte nogal eens problemen. Ze stond op haar strepen, en voor sommigen was het een kreng van een wijf. Dit neemt niet weg dat ik de niet aflatende strijd met mijn moeder wel aankon en het heeft mijn kritische zin gescherpt. Ik heb veel van haar karakter en heb ook veel van haar geleerd.    

Mijn ouders gaven me veel vrijheid en zij stuurden aan op mijn eigen verantwoordelijkheid. Na mijn middelbare schooltijd verliet ik al snel het ouderlijk huis en was ik meer dan 20 jaar buiten Europa. We hadden uitsluitend contact via de brieven die mijn lieve vrouw Pepa wekelijks schreef van uit verre oorden in Africa en Latijns Amerika.

Na mijn vaders pensioenering vertrokken ze naar Vaassen en later naar Soest, waar ze dagelijks lange wandelingen in de bossen en duinen maakten. Ze gingen wel eens op vakantie, maar mijn moeder had helemaal geen behoefte aan welke reis dan ook, ze hield niet van toerisme, ze beleefde haar avonturen in de boeken die ze las en bleef liever thuis.

 Alhoewel mijn ouders in de Groningse periode altijd met elkaar overhoop lagen, waren ze goed gezelschap voor elkaar in hun laatste levensfase. Mijn vader moet ziels veel van Guus hebben gehouden, tot op het einde. Net verhuisd naar de Lichtenberg te Amersfoort stierf hij op 88 jarige leeftijd in 1998. Mijn moeder huilde niet en was eigenlijk wel dankbaar dat hij niet hulpbehoevend was geworden. Na zijn dood leefde ze nog jaren gelukkig voort in de beperkte wereld van het verzorgingstehuis de Lichtenberg. Ze luisterde klassieke muziek, wandelde buiten en later alleen binnen met haar rollator. De kleinkinderen gaven haar veel vreugde. Ze schreef met een vaste hand en een prachtig handschrift haar dagboek tot haar 95ste verjaardag, maar vanaf de zomer van 2005 ging het lichamelijk snel achteruit. Ze kon nog goed met de kinderen praten en zelfs scherpe opmerkingen maken, maar haar geheugen werd snel minder. Ze werd door de voortschreidende botontkalking ook steeds kleiner  en ze werd weer zoals het meisje met de kanten broek onder haar witte jurk anno 1914, zoals ik dat van de sepia kleurige foto kende, en zoals ze altijd in mijn geheugen gegrift zal staan.

Ik had mij geen betere moeder kunnen wensen.

Uitgesproken op dinsdag 12 mei om 15.30 uur in de aula van crematorium Den en Rust, Bilthoven
door
haar zoon Jan Gerrit van Eden

              

Een paar data uit haar leven vóór en na mijn geboorte 

1924 mulo 3de klas

1922-1926  mulo

1926-1930 kweekschool

1929 met Cees op Kweekschool

1930 school marktstraat Wormerveer  krantenfoto met juiste datum

1930 Krommenie 3de klas onderwijzeres

1931 Wognum Klas 1-4

1930-1938 onderwijzeres te Wormerveer, Krommenie en Wognum

16 november 1938 huwlijk met Cees (Cornelis) van Eden te Heiloo
Na haar huwlijk mocht zij niet werken als onderwijzeres, pas in
1956 werd de ‘Wet handelingsonbekwaamheid’ afgeschaft. Getrouwde vrouwen mochten voortaan werken.

1938- september 1939  Krommenie, eerste woonplaats gehuwd

1939 woonplaats Arnhem

1940-1947 Voorburg

In deze tijd fotografeerde zij, en ontwikkelde haar eigen negatieven en foto’s

1942 geboorte van hun eerste kind, een zoon die ze Jan Gerrit noemde

Vanaf dit moment wordt het levensverhaal van mijn moeder mijn eigen verhaal

1945 geboorte van hun tweede kind, een dochter die ze Beatrijs noemde

1953 geboorte van hun tweede zoon, genaamd Willem

1954 overlijden vader Willem Bolding (Zaandam, 20-9-1871 – Heiloo, 16-12-1954)

1970 overlijden moeder Antje Goedhart (Zaandijk, 11-5-1879 – Heiloo, 20-11-1970)

1998 overlijden van haar man Cees van Eden

2009 Amersfoort, 7 mei 2009 mijn moeder Guus (Guurtje Bolding) overlijdt, 99 jaar oud.

 

 

Back to family stories

 

 

 

 

 

Recent work of Jan van Eden

 Copyright Fundación van Eden-Santolaria
For problems or questions regarding this Web site contact vanes@fundacionvanes.org.es